Klik hier voor een automatische vertaling van onderstaande tekst.
Regio's komen met voorstellen om met het EU-cohesiebeleid 2021-2027 beter in te spelen op de behoeften van de burgers  

Om de verschillen te verkleinen en alle Europese burgers meer kansen te bieden wil het Europees Comité van de Regio's (CvdR) dat het cohesiebeleid eenvoudiger en flexibeler wordt en niet wordt gebruikt als sanctie of stimulans om andere doelstellingen te verwezenlijken, maar in eerste instantie duurzame ontwikkeling bevordert. Tijdens de zitting van het CvdR op 5 december hebben lokale en regionale bestuurders vier verschillende adviezen goedgekeurd waarin wordt aangedrongen op verbeteringen en wetswijzigingen in de voorstellen van de Europese Commissie voor het cohesiebeleid 2021-2027.

Het cohesiebeleid, dat goed is voor 365 miljard euro tot 2020, is en blijft het komende decennium het belangrijkste instrument van de EU om de economische, sociale en territoriale samenhang te bevorderen, lokale actoren te betrekken bij gezamenlijke groeistrategieën en het optreden van de EU in elke gemeenschap zichtbaar te maken. De lokale leiders bevestigden opnieuw hun verzet tegen de door de Commissie voorgestelde budgettaire verlaging met 10% en legden specifieke voorstellen voor om het beleid doeltreffender te maken.

"De vandaag gepresenteerde voorstellen zullen het cohesiebeleid moderniseren, vereenvoudigen en verbeteren en laten zien dat de regio's en steden in Europa zich inzetten om dit beleid te versterken zodat het klaar is voor de toekomst. We hebben behoefte aan meer flexibiliteit en gedeeld beheer, zodat de middelen samen met alle bestuursniveaus worden verstrekt en de EU de impact heeft die onze burgers verwachten. Dit zal het cohesiebeleid in staat stellen de uitdagingen aan te gaan waarmee Europa niet alleen vandaag, maar ook morgen wordt geconfronteerd" , aldus voorzitter Karl-Heinz Lambertz (BE/PSE).

EU-commissaris voor regionaal beleid, Corina Cretu , voegde daaraan toe: "Het waardevolle werk van het Europees Comité van de Regio's over de toekomst van het cohesiebeleid heeft de toon helpen aangeven voor de onderhandelingen. Ik verwelkom zijn constructieve benadering van het voorstel van de Commissie, met name zijn steun voor een sterk partnerschapsbeginsel, voor lokale ontwikkeling en voor partnerschapsovereenkomsten in alle lidstaten. Vanaf het allereerste begin van het debat over de toekomst van de Europese Unie was het Comité een van de meest uitgesproken pleitbezorgers van het cohesiebeleid, zoals blijkt uit zijn doorslaggevende bijdrage aan de Cohesiealliantie. Ik ben ervan overtuigd dat onze goede samenwerking vruchten zal blijven afwerpen en de weg zal vrijmaken voor een sterk cohesiebeleid."

De lokale en regionale bestuurders hebben de wetgevingsvoorstellen voor de fase 2021-2027 die de Europese Commissie in mei jongstleden heeft ingediend, geëvalueerd en hun standpunt kenbaar gemaakt over de wijze waarop de algemene bepalingen betreffende de belangrijkste EU-fondsen (verordening gemeenschappelijke bepalingen), het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds + en het Europees Fonds voor Territoriale Samenwerking, kunnen worden verbeterd.

Verordening gemeenschappelijke bepalingen (VGB)

In hun advies stellen Catiuscia Marini (IT/PSE), voorzitter van de regioraad van Umbrië, en Michael Schneider (DE/EVP), staatssecretaris en Michael Schneider (DE/EVP), staatssecretaris en gevolmachtigde van de deelstaat Saksen-Anhalt bij de Duitse regering, dat het cohesiebeleid eenvoudiger en flexibeler moet worden gemaakt door de administratieve lasten voor begunstigden en fondsbeheerders te verminderen. “ Vereenvoudiging mag de betrokkenheid van regio's, steden en lokale belanghebbenden evenwel niet ondermijnen ", aldus mevrouw Marini, die daaraan toevoegt: " De beginselen van partnerschap en multilevel governance moeten een hoeksteen en een democratische troef van het belangrijkste Europese investeringsinstrument blijven ". Het is dan ook zaak dat de gedragscode volledig ten uitvoer wordt gelegd.

Om het cohesiebeleid aantrekkelijker te maken is er duidelijk behoefte aan hogere medefinancieringspercentages voor de drie categorieën regio's” , aldus de heer Schneider, die benadrukte dat " het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (Elfpo) dan ook opnieuw in de VGB moet worden opgenomen om de synergieën met de andere fondsen te maximaliseren ".

In het advies bepleit het Comité voorts het volgende:

geen enkele EU-regio mag na 2020 te maken krijgen met onevenredige financieringsbezuinigingen. Het door de Commissie voorgestelde nationale "vangnet" om de verliezen van de afzonderlijke lidstaten te beperken, zou in plaats daarvan op regionaal niveau moeten worden uitgerold;

het huidige medefinancieringsniveau moet worden gehandhaafd, waarbij de EU voor de minder ontwikkelde en ultraperifere regio's en voor het Cohesiefonds en de doelstelling "Europese territoriale samenwerking” tot 85%, voor de overgangsregio's 70% en voor de meer ontwikkelde regio’s 50% van de projectkosten voor haar rekening neemt;

de huidige n+3-regel - volgens welke de EU-financiering wordt ingetrokken indien de geplande uitgaven niet binnen drie jaar daadwerkelijk worden benut - moet worden gehandhaafd. Het voorstel van de Commissie om de termijn te verkorten tot twee jaar zou leiden tot een overlapping tussen de afsluiting van de programma's 2014-2020 en de eerste "n+2-doelstelling" van de nieuwe programma's, wat een zware administratieve last voor beheerders met zich mee zou brengen;

de "macro-economische voorwaarden" - die het mogelijk maken ESI-fondsen te bevriezen in landen waar de nationale regeringen de begrotingsdiscipline van de EU niet in acht nemen - moeten uit de nieuwe verordening worden geschrapt, aangezien de lokale autoriteiten worden gestraft op basis van keuzes die zij niet controleren, en aldus onzekerheid kan ontstaan die nadelig kan uitpakken voor de uitvoering van investeringsplannen.

Het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) en het Cohesiefonds

Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) - momenteel het krachtigste investeringsfonds van de EU (met ongeveer 200 miljard euro over een periode van 7 jaar) - en het Cohesiefonds - gereserveerd voor landen waarvan het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking onder de 90% van het EU-gemiddelde ligt - moeten zich blijven toespitsen op economische, sociale en territoriale cohesie. In het advies van Michiel Rijsberman (NL/ALDE), lid van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland, eisen de regio's en steden dat de door de Commissie voorgestelde bezuiniging van 46 % op de begroting van het Cohesiefonds wordt herzien en beperkt, en dat een stabiele begroting voor het EFRO (+1%) wordt gewaarborgd. " Om beter in te spelen op de behoeften van onze gemeenschappen mag de thematische concentratie, waarbij de EFRO-middelen op geselecteerde beleidsdoelstellingen worden toegespitst, niet op nationaal niveau gelden, zoals de Commissie voorstelt, maar alleen op regionaal niveau ", aldus de heer Rijsberman, die verder uitlegt: " Een nationale thematische concentratie zou het toewijzingsmechanisme centraliseren en indruisen tegen de gebiedsgerichte aanpak van het cohesiebeleid ."

Het standpunt van de Europese regio’s en steden is als volgt:

de verordening gemeenschappelijke bepalingen en de specifieke fondsvoorschriften moeten zorgen voor complementariteit tussen het EFRO, het Elfpo en het ESF en moeten synergieën mogelijk maken bij de uitvoering van geïntegreerde territoriale investeringen en vanuit de gemeenschap geleide initiatieven voor lokale ontwikkeling;

de fondsen moeten "groener" worden, zodat de regio's acties voor klimaataanpassing kunnen financieren, met inbegrip van bevordering van de weerbaarheid bij natuurrampen;

overeenkomstig het partnerschapsbeginsel moeten de lidstaten elk besluit over een overdracht van EFRO- of GB-middelen naar andere EU-instrumenten of -programma's in overleg met de lokale en regionale partners nemen. De voorgestelde overheveling van 5% van de EFRO- of GB-middelen naar het InvestEU-instrument en van nog eens 5% van de EFRO-toewijzing naar EU-programma's die rechtstreeks door de Commissie worden beheerd, moet met de regio's en steden worden overeengekomen en inspelen op specifieke lokale behoeften;

de nadruk op duurzame stedelijke ontwikkeling moet worden versterkt door ten minste 6% van de nationale EFRO-middelen in deze doelstelling te investeren, in overeenstemming met het voorstel van de Commissie;

het EFRO moet ernstige en permanente natuurlijke of demografische handicaps aanpakken.

Het Europees Sociaal Fonds (ESF) +

In het advies dat werd opgesteld door de minister-president van Andalusië, Susana Díaz Pacheco (ES/PSE), wordt de rechtstreekse band tussen het ESF+, de Europese pijler voor sociale rechten en de coördinatie van het macro-economisch beleid van de lidstaten via het Europees Semester toegejuicht als een manier om de Europese sociale dimensie van het Europees Semester en het cohesiebeleid te versterken. Regio's en steden willen dat sociale samenhang de belangrijkste doelstelling van het ESF blijft, en alleen om beter gevolg te geven aan deze prioriteit zouden zij graag zien dat de band met de landenspecifieke aanbevelingen van de Commissie in het kader van het Europees Semester wordt versterkt. De behoeften van de burgers moeten op de eerste plaats komen.

In het advies pleiten lokale en regionale bestuurders voor het volgende:

adequate financiële toewijzingen om tegemoet te komen aan de aanvullende doelstellingen van het ESF+. Door nieuwe taken toe te voegen maar de middelen op hetzelfde niveau te laten zou er sprake zijn van aanzienlijke bezuinigingen en een geringere impact;

financiële integratie van het ESF+ met het EFRO en het Cohesiefonds. De door de Commissie voorgestelde splitsing dreigt het cohesiebeleid te doen uiteenvallen, waardoor de negatieve gevolgen van de in de afgelopen jaren besloten splitsing van het Elfpo nog zouden verergeren;

de openstelling van het ESF+ voor sociale innovatie, zoals voorgesteld door de Commissie. De capaciteit van de belangrijkste spelers om programma's op dit gebied uit te stippelen, uit te voeren en te evalueren, moet echter proactief worden versterkt;

passende erkenning van het werk dat steden en regio's verrichten voor de sociaal-economische integratie van immigranten, met name in gebieden met buitengrenzen.

Europese territoriale samenwerking

In het advies dat werd opgesteld door Marie-Antoinette Maupertuis (FR/EA), lid van de regionale bestuursraad van Corsica, uit het Comité zijn ingenomenheid met het besluit om dit beleid, dat aan de basis ligt van de EU, zichtbaarheid te geven middels een specifieke verordening. Tegelijkertijd “ wijzen de regio's en steden het voorstel van de Commissie om het ETS-budget met 1,847 miljard euro te verlagen, af ”, aldus mevrouw Maupertuis, die er ook op wijst dat " het Comité vastbesloten is om met het Europees Parlement en de Raad samen te werken om ervoor te zorgen dat de Commissie haar voorstel om regio's van maritieme grensoverschrijdende samenwerking af te sluiten door deze laatste alleen als transnationaal te beschouwen, terugdraait ".

Het Comité verwerpt tevens het voorstel om alleen voorrang te geven aan middelen voor grensregio's als ten minste de helft van de bevolking op minder dan 25 km van de grens woont, wat niet strookt met de reële situatie in de meeste grensgebieden; het is ook tegen een verlaging van de EU-medefinancieringspercentages van 85% naar 70%. Het CvdR staat achter de invoering van de nieuwe interregionale investeringen in innovatie en zou graag zien dat ook minder innovatieve regio's en gebieden met geografische en natuurlijke handicaps hierbij worden betrokken, teneinde de innovatiekloof in de EU te dichten.

Contact:

Pierluigi Boda

Tel.: +32 (0)2 282 2461

pierluigi.boda@cor.europa.eu

Delen :