Klik hier voor een automatische vertaling van onderstaande tekst.
De EU kan meer doen om de impact van aardbevingen op gebouwen te verminderen  

Na de aardbevingen die Italië dit jaar hebben getroffen, en die tal van slachtoffers hebben geëist, zou de Europese Unie actie moeten ondernemen om op termijn alle kwetsbare gebouwen en infrastructuur aan te passen, aldus het Europees Comité van de Regio’s in een reeks beleidsaanbevelingen die het op 11 oktober heeft uitgebracht. De EU-assemblee van lokale en regionale overheden zou graag zien dat de Europese Unie en de lidstaten meer financiële steun uittrekken voor renovatiewerkzaamheden, omdat dat de economie ten goede komt, broeikasgasemissies kan helpen tegengaan en dodelijke slachtoffers helpt voorkomen.

Het advies, getiteld ‘Een Europees beleid ter verbetering van de aardbevingsbestendigheid van gebouwen en infrastructuur’, werd opgesteld op initiatief van het Europees Comité van de Regio’s (CvdR) zelf en werd uitgebracht in de week van de Internationale Dag van rampenrisicovermindering op 13 oktober. Het CvdR wil samen met het VN-Bureau voor rampenrisicovermindering (UNISDR) lokale en regionale overheden in heel Europa aanmoedigen om hun gemeenschappen te beschermen tegen schade veroorzaakt door natuurrampen.

De rapporteur van het CvdR, Vito Santarsiero (IT/PSE), lid van de regioraad van Basilicata in Zuid-Italië, waarschuwt: “Een gevaarlijk natuurverschijnsel hoeft niet te resulteren in rampen van het kaliber dat we dit jaar in Italië hebben gezien. De kwetsbaarheid van een gebouw bepaalt of iets een probleem is of een ramp. We moeten onze gebouwen steviger maken. Dat kost geld, maar we kunnen deze renovatie - “herkwalificatie” - ook combineren met inspanningen om de energie-efficiëntie te vergroten; daarmee besparen we geld en helpen we het klimaat. En we moeten natuurlijk ook kijken naar wat het kost als we niets doen: in de afgelopen 50 jaar heeft Italië 100 inwoners en ongeveer 3 miljard euro per jaar verloren als gevolg van aardbevingen. Zoiets drukt jarenlang een stempel op de lokale economie en brengt ook de toekomstige ontwikkeling in gevaar. De EU hanteert strenge bouwnormen om aardbevingsbestendigheid te bevorderen en staat altijd klaar met financiële steun voor de wederopbouw na een aardbeving, maar zij zou meer moeten investeren in preventie door de risico's van aardbevingen in gedachten te houden bij de toewijzing van regionale fondsen en door te eisen dat alle infrastructuur die met geld van de EU wordt aangelegd rampbestendig is. Deze maatregelen zouden ons bovendien ook helpen bij de aanpak van andere natuurrampen zoals overstromingen en hittegolven, die als gevolg van de klimaatverandering steeds vaker voorkomen.”

De heer Santarsiero voegde daar nog aan toe: “Onze aanbevelingen gaan niet alleen over geld. Preventie betekent dat je over nauwkeurige informatie, bekwame lokale overheden, alerte gemeenschappen en effectieve noodhulpdiensten beschikt - en op al deze vlakken is het lokale bestuur van cruciaal belang. Onze voorstellen gaan over hulp op alle fronten, variërend van een EU-actieplan tot meer onderzoek naar aardbevingen.”

Volgens de heer Santarsiero moeten vooral oudere huiseigenaren worden overgehaald tot het ondernemen van preventieve actie. Niet alleen Italië, Griekenland en Roemenië bevinden zich in de gevarenzone, maar ook Portugal, Spanje en Frankrijk lopen een “niet-onaanzienlijk” risico. Aardbevingen kunnen ook in het hele Middellandse Zeegebied, van Lissabon tot Kreta, tsunami's veroorzaken.

In mei 2017 gingen de voorzitter, eerste vicevoorzitter en leiders van de vijf fracties in het CvdR op studiebezoek naar de Italiaanse regio's Umbrië, Lazio, Abruzzo en Marche om met eigen ogen te zien hoeveel schade de aardbevingen hadden aangericht.

Op 12 oktober zal de heer Santarsiero een discussie leiden over het beheersen van risico's op rampen tijdens een gezamenlijke conferentie van het CvdR en UNISDR waaraan wordt deelgenomen door vertegenwoordigers van de Europese Investeringsbank, de Wereldbank en de Zurich Insurance Group.

In 2016 hebben het CvdR en het UNISDR een vijfjarig actieplan ondertekend met als doel meer Europese steden en regio's aan te sporen tot het nemen van maatregelen om de risico's op rampen te verminderen. Het UNISDR beheert het kader van Sendai voor rampenrisicovermindering 2015-2030 van de Verenigde Naties, waarin het verband tussen natuurrampen, klimaatactie en duurzame ontwikkeling wordt onderstreept. Het kader van Sendai is gebaseerd op vrijwilligheid. Tot dusver hebben 3 678 gemeenten zich aangesloten bij het bottom-up initiatief van het UNISDR voor lokale overheden: Making Cities Resilient.

Contact:
Andrew Gardner
Tel. +32 473 843 981

andrew.gardner@cor.europa.eu

Delen :