Klik hier voor een automatische vertaling van onderstaande tekst.
Regionale luchthavens en slimme mobiliteit staan bovenaan de agenda van de vergadering tussen lokale en regionale overheden  

Leden van de commissie-COTER benadrukken dat zowel de connectiviteit als de duurzaamheid

in de vervoerssector van de Europese Unie moet worden verbeterd

De commissie Territoriale Samenhang en EU-begroting (COTER) van het Europees Comité van de Regio’s (CvdR) heeft tijdens haar vergadering van 23 april twee ontwerpadviezen goedgekeurd. In de adviezen wordt ingegaan op de kansen en uitdagingen van regionale luchthavens en op de strategie voor slimme mobiliteit van de EU. De leden van de commissie COTER hebben voorts rapporteurs voor drie initiatiefadviezen aangewezen. De vergadering werd afgesloten met de presentatie van een studie over de toepassing van het partnerschapsbeginsel in de programmering van het cohesiebeleid.

Nu het intra-Europese luchtverkeer in 2020 met 54 % gedaald is ten opzichte van 2019 ten gevolge van de pandemie, hebben veel regionale luchthavens te kampen met ernstige economische problemen. Het belang van regionale luchthavens kan niet genoeg benadrukt worden: Europese burgers zijn om tal van redenen afhankelijk van regionale luchthavens, variërend van werkgelegenheid en bestaansmiddelen tot connectiviteit met andere regio’s. Connectiviteit speelt ook een belangrijke rol in het advies over de strategie voor slimme mobiliteit van de EU, die de basis moet leggen om de doelstellingen van de EU op het gebied van groene en digitale transformatie binnen de Europese vervoerssector gestalte te geven.

Het eerste ontwerpadvies dat de commissie heeft goedgekeurd, is getiteld De toekomst van regionale luchthavens - uitdagingen en kansen . De rapporteur, Wladyslaw Ortyl (PL/ECR), voorzitter van het regiobestuur van de Subkarpaten , zei: “ Regionale luchthavens spelen een cruciale rol voor de territoriale en economische cohesie van de EU: zij zorgen voor verbindingen met de regio’s die zij bedienen en zijn van vitaal belang voor de economische groei. Als zij er niet waren, zouden veel ondernemingen niet in niet-hoofdstedelijke regio’s investeren. Ook de toeristische sector is sterk afhankelijk van deze luchthavens. We hebben flexibelere staatssteunregels nodig om het herstel van regionale luchthavens tijdens en na de pandemie te ondersteunen. In het advies dat ik heb voorbereid, benadruk ik ook dat de meeste Europese regionale luchthavens steun nodig hebben om in de huidige crisis te kunnen overleven.”

Het tweede goedgekeurde ontwerpadvies betreft de EU-strategie voor duurzame en slimme mobiliteit . Robert van Asten (NL/Renew Europe), wethouder van de gemeente Den Haag en rapporteur van het ontwerpadvies, zei: Lokale en regionale overheden spelen een cruciale rol in de mobiliteitstransitie, die de Green Deal van de EU en de digitale transitie, naar een duurzamere en slimmere mobiliteit aan elkaar koppelt. De sociale en inclusieve aspecten zijn belangrijke onderdelen in het advies, aangezien de mobiliteitstransitie ook een gedragswijziging vereist waarin de gebruiker centraal staat. De EU kan ons helpen om connectiviteit, toegankelijkheid en gezondheid beter met elkaar te verbinden, niet alleen met financiering, maar ook door te zorgen voor standaardisering en harmonisatie van de EU-regels. We moeten ook rekening houden met de plannen voor duurzame stedelijke mobiliteit van de Europese Commissie, die een doeltreffend instrument kunnen zijn voor samenwerking tussen de verschillende bestuurslagen, mits deze plannen flexibel genoeg zijn en zijn afgestemd op de uitdagingen waarmee steden en regio's worden geconfronteerd .”

Tijdens de CvdR-zitting van 30 juni tot en met 2 juli van dit jaar zullen de twee ontwerpadviezen worden behandeld en goedgekeurd.

In een in opdracht van het CvdR uitgevoerde, en tijdens de commissievergadering voorgelegde studie wordt nagegaan hoe de beginselen van partnerschap en multilevel governance kunnen worden toegepast in de programmering van het cohesiebeleid voor de periode 2021-2027. Deze twee beginselen zijn cruciaal voor de programmering en uitvoering van het cohesiebeleid, aangezien zij de uitvoering van de programma’s van het cohesiebeleid verbeteren door de eigen inbreng te vergroten en investeringen plaatsgebonden te maken.

Uit de resultaten van de studie bleek het volgende:

  • De deelname van de partners, waaronder overheidsinstanties op nationaal, lokaal en regionaal niveau, economische en sociale partners en maatschappelijke organisaties, neemt slechts langzaam toe in vergelijking met de programmeringsperiode 2014-2020;
  • het potentieel van partnerschappen wordt niet ten volle benut en de mobilisatie van relevante actoren blijft een cruciale uitdaging;
  • digitale oplossingen die vanwege de COVID-19-beperkingen zijn toegepast, kunnen een gunstige invloed hebben op de deelname van relevante actoren en een toenemend gebruik van digitale oplossingen om actoren erbij te betrekken, zou partnerschappen kunnen helpen hun potentieel volledig te ontwikkelen.

De conclusies van deze studie zullen verwerkt worden in een initiatiefadvies over de deelname van lokale en regionale overheden bij de voorbereiding van partnerschapsovereenkomsten en operationele programma’s voor de periode 2021-2027, waarvoor Juraj Droba (SK/ECR), voorzitter van de autonome regio Bratislava, tijdens de vergadering tot rapporteur werd benoemd.

De COTER-leden hebben ook Agnès Rampal (FR/EVP), vicevoorzitter van de metropool Nice-Côte d’Azur en locoburgemeester van Nice, aangewezen als rapporteur voor het advies “Een macro-regionale strategie in het Middellandse Zeegebied”, evenals Donatella Porzi (IT/PSE), lid van de regioraad van Umbrië, voor een advies over de genderdimensie van de structuur- en cohesiefondsen 2021-2027, met speciale aandacht voor de voorbereiding van operationele programma’s.

Contact:

Tobias Kolonko

Tel. +32 2 282 2003

tobias.kolonko@ext.cor.europa.eu

Delen :