Klik hier voor een automatische vertaling van onderstaande tekst.
Klimaatverandering: tijd voor actie  

Verklaring van voorzitter Karl-Heinz Lambertz voorafgaand aan de klimaattop van de Verenigde Naties in New York op 23 september 2019

Het negeren van de duizenden mensen die elke week de straat opgaan en van de wereldleiders eisen dat zij de beloften gestand doen die zij hebben gedaan toen zij het VN-klimaatakkoord van Parijs in 2015 ondertekenden, zou niet alleen een milieuramp zijn, maar ook een economische en morele fout. De klimaatsceptici die het verband tussen menselijk gedrag en klimaatverandering in twijfel trekken, lopen het risico niet alleen de wetenschap te negeren, maar ook economische kansen te missen en de kloof tussen mensen en politiek te verdiepen. Overheden op elk niveau hebben de plicht actie te ondernemen; zo niet, dan worden toekomstige generaties met de kosten opgezadeld.

De wetenschap is ondubbelzinnig: de klimaatverandering neemt toe. We hebben nu al te maken met meer onregelmatige en extreme weersomstandigheden. De poolkappen en gletsjers smelten, de zeespiegel stijgt en het biodiversiteitsverlies bereikt nieuwe records . Het economische argument is niet minder overtuigend: de opwarming van de aarde kost 12 miljard euro per jaar. De overgang naar een koolstofvrije economie zal de broodnodige banen creëren, de EU concurrerender maken en onze energieafhankelijkheid verminderen.

Tijdens de grote klimaatconferentie vandaag in New York zal Antonio Guterres, de secretaris-generaal van de VN, pleiten voor versnelde klimaatmaatregelen en striktere klimaatdoelstellingen. De wereld heeft al de meest ambitieuze internationale klimaatovereenkomst aller tijden bereikt. We zijn het eens over de doelstellingen, de meeste procedures en de uitvoeringsregels. Maar bij onze huidige koers zal de temperatuur op aarde in 2100 nog steeds met 3°C toenemen. We moeten ambitieuzer worden en onze beloften in resultaten omzetten. En niemand kan die beloften waarmaken zonder medewerking van de lokale gemeenschappen, steden en regio's.

De helft van de wereldbevolking woont in steden; in 2050 zal dat aandeel waarschijnlijk 70 % bedragen. Steden verbruiken maar liefst 80 % van de energieproductie en stoten wereldwijd bijna evenveel aan broeikasgassen uit. Lokale overheden zijn van cruciaal belang, daar zij meer dan 70 % van de maatregelen nemen om de klimaatverandering te matigen en tot 90 % van de klimaataanpassingsmaatregelen. Volgens een VN-rapport dat deze week is verschenen, zal investeren in koolstofarme maatregelen in de steden tegen 2050 ten minste 23,9 biljoen USD opleveren.

Toch hebben lokale overheden, steden en regio's nog steeds geen officiële plaats aan de tafel van het wereldwijde klimaatoverleg. De klimaattoezeggingen en -resultaten van steden en regio's moeten nog formeel worden erkend en verankerd in de klimaatovereenkomst van Parijs. Aangezien we volgens sommigen nog maar 12 jaar de tijd hebben om van koers te veranderen, is het dringend noodzakelijk hun inspanningen te meten en op te nemen. Deze lokaal en regionaal vastgestelde bijdragen zijn essentieel om de vruchten te plukken van de klimaatresultaten van steden en regio’s.

Het Europees Comité van de Regio's, de EU-assemblee van lokale en regionale leiders, kent als geen ander de essentiële rol van steden en regio's bij de uitvoering van klimaatmaatregelen. Onze leden hebben directe competenties op belangrijke gebieden van het decarbonisatieproces, werken dagelijks aan de vergroening van stedelijke gebieden en zetten een breed scala aan duurzame oplossingen in, variërend van transport, energieproductie en -verbruik, afvalbeheer tot bescherming van de biodiversiteit. Lokale overheden hebben echter meer nodig dan erkenning en steun.

Wij roepen regeringen en staten op om het Burgemeestersconvenant , dat thans wordt gesteund door meer dan 9 500 steden die zich er vrijwillig toe verbinden de klimaat- en energiedoelstellingen van de EU te overtreffen, te propageren en uit te breiden. Het gestructureerde systeem van technische en financiële bijstand daarvan helpt de lokale overheden om de groene transitie gestalte te geven. Europese financiële steun via instrumenten zoals de Europese plaatselijke bijstand op energiegebied (Elena), tien jaar geleden door de Europese Investeringsbank gelanceerd, heeft tot dusver ongeveer 6 miljard euro aan klimaatvriendelijke investeringen voor lokale overheden opgeleverd.

Door middel van de zogenaamde groene deal geeft de Europese Unie de energietransitie en het koolstofvrij maken van de economie de hoogste prioriteit. Europa moet zijn energie- en klimaatdoelstellingen aanscherpen en het regionaal beleid van de EU - het cohesiebeleid - als een belangrijk instrument voor klimaatactie handhaven. De volgende langetermijnbegroting van de EU na 2020, op dit moment in onderhandeling, moet klimaatbestendig zijn. De regeringen moeten een einde maken aan de subsidiëring van investeringen in fossiele brandstoffen.

De klimaatverandering is een van de grootste problemen van deze tijd en het gaat ontegenzeggelijk om een race tegen de klok. Het is duidelijk dat afzonderlijke actie de opwarming van de aarde niet zal tegenhouden. Er is een gezamenlijke inspanning nodig van alle niveaus van de overheid, het bedrijfsleven, het maatschappelijk middenveld en particulieren. Het Europees Comité van de Regio's heeft er al vóór Parijs op aangedrongen dat de EU tegen 2050 klimaatneutraal moet zijn, een doelstelling die onlangs door de Europese Unie is vastgesteld maar nog in de wetgeving verankerd moet worden. Wij roepen staten overal ter wereld op om hun plannen voor te leggen om deze doelstelling te bereiken, met inbegrip van de wijze waarop zij lokale en regionale overheden zullen betrekken en ondersteunen.

Contact:

pressecdr@cor.europa.eu

Delen :