Klik hier voor een automatische vertaling van onderstaande tekst.
EU-investeringen in werkgelegenheid, onderwijs en sociale inclusie moeten samen met regio's en steden worden beheerd  
Rapporteur Catiuscia Marini: "In de volgende EU-begroting moeten de burgers op de eerste plaats komen en moet het Europees Sociaal Fonds (ESF) deel blijven uitmaken van het regionaal beleid, zonder dat het een mechanisme wordt voor financiering van bovenaf."

Tussen 2007 en 2014 hebben 9,4 miljoen Europese burgers werk gevonden en 8,7 miljoen mensen een kwalificatie behaald dankzij ESF-steun en samenwerking tussen de EU en nationale en regionale regeringen. Het Europees Comité van de Regio’s stelt alles in het werk om ervoor te zorgen dat terdege rekening wordt gehouden met deze resultaten en dat het fonds niet wordt gekort in de volgende langetermijnbegroting van de EU of wordt misbruikt om sterk gecentraliseerde maatregelen te stimuleren.

Het ESF is het belangrijkste EU-instrument om het werkgelegenheidsbeleid te ondersteunen; hiervoor is in de periode 2014-2020 meer dan 80 miljard euro ter beschikking gesteld. Doel is de verschillen tussen en binnen de Europese regio's en steden te verkleinen door het scheppen van werkgelegenheid en het bevorderen van arbeidsproductiviteit, gelijke kansen en sociale integratie. Tot de prioriteiten behoren het vergroten van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen, het verbeteren van de kans op werk, het vergemakkelijken van de overgang van school naar werk en het verbeteren van beroepsopleidingen, het helpen van kansarme groepen bij het vinden van werk, het bestrijden van armoede en het terugdringen van het aantal voortijdige schoolverlaters.

In het advies over de Tussentijdse evaluatie van het ESF ter voorbereiding van het voorstel voor na 2020, dat werd opgesteld door Catiuscia Marini (IT/PSE), voorzitter van de regioraad van Umbrië en voorzitter van de PSE-fractie van het CvdR, wordt het cruciale belang van het fonds voor de toekomst van Europa onderstreept.

" Wij willen dat de burgers op de eerste plaats komen in de volgende EU-begroting en dat Europa met een concreet antwoord komt op sociale uitdagingen. Het Europees Sociaal Fonds is het meest efficiënte instrument waarover lokale en regionale overheden beschikken om dit antwoord te geven. Dit is waarom het Europees Comité van de Regio’s sterk gekant is tegen elk plan om een nieuw fonds in het leven te roepen dat losstaat van het cohesiebeleid, ter ondersteuning van een top-downcoördinatie van het macro-economisch beleid van de lidstaten, zonder dat er enig verband bestaat met de werkelijke behoeften van de lokale gemeenschappen ", aldus mevrouw Marini, die er ook op wees dat " het ESF deel moet blijven uitmaken van de ESI-fondsen en een essentieel onderdeel van het cohesiebeleid moet blijven, zodat eventuele synergie met andere structuurfondsen, met name de fondsen voor regionale en plattelandsontwikkeling, wordt benut ".

De belangrijkste uitdagingen van het komend decennium — van de aanpassing van vaardigheden in sectoren die worden geconfronteerd met digitalisering tot de vermindering van het aantal voortijdige schoolverlaters, en van het helpen integreren van arbeidsmigranten tot het goed op elkaar afstemmen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt — kunnen alleen doeltreffend worden aangepakt indien rekening wordt gehouden met de specifieke lokale behoeften en indien de lokale belanghebbenden erbij worden betrokken. Het Comité zou dan ook graag zien dat het ESF een sleutelelement blijft van het regionale cohesiebeleid, dat door de Europese instellingen, de lidstaten, de regionale en lokale overheden en de economische en sociale actoren in de betrokken gebieden samen wordt beheerd.

Dit is met name van belang in het licht van de hervormingsvoorstellen die zijn geformuleerd ter voorbereiding van het volgende meerjarig financieel kader (MFK), het financiële programma waarin de uitgavenplafonds voor alle EU-beleidsgebieden in de periode 2021-2027 worden vastgesteld. Een van de opties is het samenvoegen van het ESF met andere instrumenten die gericht zijn op bevordering van de werkgelegenheid en het menselijk kapitaal (d.w.z. het Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief en het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering) om een "paraplufonds" met gemeenschappelijke regels te creëren. Een dergelijk fonds zou de uitvoering van de landenspecifieke aanbevelingen die de Europese Commissie elk jaar opstelt in het kader van het Europees Semester (een procedure voor de coördinatie van het macro-economisch beleid in de EU) ondersteunen.

In een dergelijk scenario zou het systeem van gezamenlijke programmering, waarbij momenteel de Europese Commissie, de nationale regeringen en de regio's betrokken zijn, worden vervangen door contractuele regelingen waarbij de ESF-middelen voor de lidstaten zouden worden vrijgemaakt op voorwaarde dat zij de doelstellingen voor structurele hervormingen halen die tijdens het Europees Semester zijn vastgesteld.

Deze optie wordt krachtig van de hand gewezen door de CvdR-leden, die in plaats daarvan voorstellen om het cohesiebeleid en de macro-economische governance van de EU beter op elkaar af te stemmen door de lokale en regionale overheden structureel te betrekken bij het Europees Semester, waar mogelijk op basis van territoriale analyses en gebiedsspecifieke aanbevelingen.

Wat de integratie van andere fondsen in het ESF betreft, benadrukken de lokale leiders dat dit alleen positieve synergie zal opleveren als de regionale dimensie intact blijft en de invoering van een "ESF-paraplufonds" niet leidt tot een algemene vermindering van de middelen voor werkgelegenheid en sociale integratie.

Volgens het Comité zou een vermindering van de ESF-middelen in flagrante tegenspraak zijn met de Europese Pijler van sociale rechten die onlangs is gelanceerd en iedere kans op verwezenlijking daarvan in gevaar brengen. Het CvdR is van mening dat de 20 basisbeginselen van de pijler de komende jaren goed tot uiting moeten komen in de programma's die door het ESF worden ondersteund.

Informatie voor journalisten/redacteurs

Het ESF is een belangrijk instrument voor het EU-cohesiebeleid, waarvan de toekomst momenteel wordt bedreigd door de financiële gevolgen van de brexit evenals door de noodzaak om nieuwe maatregelen op het gebied van defensie, veiligheid en migratie te financieren. Om een sterker cohesiebeleid na 2020 kracht bij te zetten, heeft het CvdR samen met toonaangevende territoriale verenigingen van de EU de #CohesionAlliance gevormd: een basisbeweging die openstaat voor iedereen die vindt dat het EU-cohesiebeleid als pijler van de toekomst van de EU moet dienen. Sinds de alliantie in oktober vorig jaar van start ging, trekt zij elke dag weer nieuwe ondertekenaars aan, waaronder regionale en lokale overheden, bedrijfsverenigingen, academische instellingen, vakbonden en denktanks.

Meer informatie over de initiatieven van de #CohesionAlliance, verklaringen en standpuntnota's zijn te vinden op https://cohesionalliance.eu.

Contact:

Pierluigi Boda

Tel: +32 2 282 2461

Mobiel: +32 473 85 17 43

pierluigi.boda@cor.europa.eu

Delen :