Klik hier voor een automatische vertaling van onderstaande tekst.
"Efficiënte" bosstrategie van de EU moet naar een hoger niveau worden getild  
De EU zou de kennishiaten kunnen opvullen en meer kunnen doen om klimaatactie in alle beleidsgebieden te integreren, aldus de lokale en regionale leiders, die er in hun evaluatie van de strategie voor pleiten om meer lokaal hout te gebruiken in de bouw en de openbare dienstverlening.

De EU moet meer doen om de sociale en economische voordelen van bosbeheer onder de aandacht te brengen van het grote publiek, zo verklaart het Europees Comité van de Regio's in een reeks aanbevelingen die op 16 mei werden goedgekeurd, en waarin het tevens onderstreept dat "duurzaam bosbeheer op gelijke voet moet worden behandeld met andere maatregelen die op beperking van de CO2-uitstoot zijn gericht".

Het CvdR-advies – van de hand van Ossi Martikainen (FI/ALDE), gemeenteraadslid van Lapinlahti – is een bijdrage van de EU-assemblee van lokale en regionale overheden aan de tussentijdse evaluatie van de EU van de bosstrategie , die in 2013 werd uitgewerkt en dit najaar door de Europese Commissie onder de loep zal worden genomen.

De heer Martikainen verklaarde het volgende: "De lokale en regionale overheden beschikken over heel wat ervaring op bosbouwgebied, omdat zij vaak eigenaar zijn van bossen, verantwoordelijk zijn voor het beheer ervan, en de nationale en EU-wetgeving inzake bosbouw uitvoeren. Elke dag weer stellen we vast dat bossen belangrijk zijn voor het economisch succes, de sociale cohesie en de milieuduurzaamheid van onze gemeenschappen, waarvan er vele in afgelegen gebieden liggen; in onze aanbevelingen geven we aan hoe zij hun bevoegdheden kunnen gebruiken om de overgang naar een bio-economie te versnellen. Zo zouden de lokale en regionale leiders het gebruik van hout in de bouw en van geavanceerde biobrandstoffen in het openbaar vervoer en in openbare faciliteiten moeten aanmoedigen."

Hij vervolgde: "Bossen, bosdiensten en de bosgerelateerde bio-energiesector bieden werk aan 4 miljoen mensen en voegen 460 miljard euro in waarde toe aan de economie van de EU. Het bosbouwbeleid wordt grotendeels in de nationale hoofdsteden uitgestippeld, maar het is een goede zaak dat de EU haar lidstaten aanmoedigt om hun beleidsmaatregelen op elkaar af te stemmen. Zij moet blijven ijveren voor de herbebossing van Europa en trachten de ontbossing op andere continenten tegen te gaan. Een dergelijke strategie is goed voor de Europeanen, voor Europa, en voor het klimaat. Niet alleen is het zaak de koolstofuitstoot terug te dringen, we moeten ook de herbebossing wereldwijd stimuleren."

Over de impact van de bosstrategie van de EU zei de heer Martikainen het volgende: "De bosstrategie van de EU is een efficiënte manier om bosbouwkwesties en klimaatactie in alle beleidsgebieden te integreren, en biedt goede terugkoppelingsmogelijkheden. Dit neemt niet weg dat er een aantal lacunes zijn. De Commissie zou de lokale en regionale overheden vaker om hun inbreng kunnen vragen waar het gaat om groene infrastructuur, de bio-economie en de biodiversiteitsstrategie 2020. Ook zou zij meer middelen kunnen uittrekken voor onderzoek en betrouwbare gegevens moeten verschaffen, zodat de levendige debatten in onze gemeenschappen - soms ook discussies - daadwerkelijk vruchten afwerpen. Voorts zou de EU voorbeelden van beste praktijken kunnen verzamelen om gemeenschappen te helpen beproefde voorstellen voor actie te ontwikkelen. Deze evaluatie biedt de EU de kans haar inspanningen op te voeren, duurzame actie te stimuleren en een bijdrage te leveren aan het publieke debat."

Dit advies werd uitgebracht kort na het voorstel van de Europese Commissie van 2 mei om het percentage van de EU-begroting voor klimaatgerelateerde doeleinden op te trekken van 20 % in 2014-2020 naar 25 %; anderzijds heeft de Commissie echter ook voorgesteld te snoeien in het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), de belangrijkste bron van EU-financiering voor bosbouw en bosdiensten. Zo worden in het kader van het GLB middelen vrijgemaakt om ondernemerschap en opleiding te ondersteunen, ontbossing tegen te gaan, plannen voor bosbouw uit te werken en bossen te beheren, en agrobosbouwsystemen in te voeren.

In 2014 hebben leden van de Verenigde Naties in de Verklaring van New York inzake bossen afgesproken om het ontbossingstempo tegen 2020 te halveren, het verlies van natuurlijk bossen tegen 2030 een halt toe te roepen en tegen 2030 minstens 350 miljoen hectare aangetaste bosgebieden te herstellen, een gebied groter dan India. Ongeveer 161 miljoen hectare bossen – 4 % van het wereldtotaal – bevindt zich in de EU en tussen 1990 en 2010 is er in de EU ongeveer 11 miljoen hectare bij gekomen.

Achtergrondinformatie:

Ongeveer 40% van het grondgebied van de EU bestaat uit bossen.Twee derde van de beboste gebieden van de EU bevindt zich in zes lidstaten: Zweden, Finland, Spanje, Frankrijk, Duitsland en Polen. Het grondgebied van Slovenië bestaat, net als in Finland en Zweden, voor meer dan 60% uit bos. In het geval van Nederland en het Verenigd Koninkrijk is dat slechts 11%. Meer dan 60% van de bossen is in particuliere handen.

Ossi Martikainen (FI/ALDE) is lid van de gemeenteraad van Lapinlahti en voorzitter van de commissie Natuurlijke Hulpbronnen (NAT) van het CvdR. Op 9 maart heeft de commissie NAT een ontwerpadvies van zijn hand met meerderheid van stemmen goedgekeurd.Het CvdR heeft zijn eerste advies over de bosbouwstrategie van de EU uitgebracht in januari 2014, vier maanden nadat de Europese Commissie de strategie had gepubliceerd. Deze strategie biedt een referentiekader voor het opstellen van sectoraal beleid dat van invloed is op bossen. De strategie werd in september 2015 gevolgd door een uitvoeringsplan met acties om de uitdagingen in de Europese houtsector aan te pakken. De EU herziet en actualiseert momenteel het grootste deel van haar klimaatgerelateerde wetgeving om deze in overeenstemming te brengen met de doelstellingen voor 2030; de Europese Commissie zal in het najaar haar tussentijdse evaluatie van de bosbouwstrategie publiceren.

• In zijn advies over een nieuwe EU-bosstrategie wijst het CvdR op het belang van bossen voor de klimaatregelgeving - "circa 10 % van de door de EU uitgestoten broeikasgassen wordt in bossen opgeslagen" - en voor de Europese economie, waarbij het opmerkt dat bossen aan 3,5 miljoen mensen werk bieden ("en zelfs aan 4 miljoen als ook de bosgerelateerde bio-energiesector wordt meegeteld") en 460 miljard euro in waarde toevoegen aan de economie van de EU. Er wordt ook gewezen op mogelijk grotere voordelen: "van het hout dat door Europa als grondstof wordt gebruikt is 90 % van Europese herkomst", maar dit percentage kan nog stijgen; de overgang naar een groenere economie en de groei van de bio-economie zouden de vraag kunnen doen toenemen; als er een "langetermijnaanpak" wordt gevolgd, dan zal in de toekomst "wel 90% van de Europese bossen als natuurlijk kunnen worden aangemerkt, met een grote soortenrijkdom". Om de diversiteit van de bossen in de EU in stand te houden zouden de lokale en regionale overheden bijvoorbeeld meer ruimte moeten krijgen om bij te dragen aan initiatieven als het Natura 2000-netwerk. Een van de specifieke voorstellen van het advies luidt dat "krachtig moet worden ingezet op technologische ontwikkeling, proefinstallaties, grootschalige productie en een op de lange termijn gericht regelgevingskader".

Contactpersoon:

Wioletta Wojewodzka

Tel. +32 473 843 986

Wioletta.Wojewodzka@cor.europa.eu

Delen :