Klik hier voor een automatische vertaling van onderstaande tekst.
Geringe betrokkenheid van regio’s en steden bij uitvoering van nationale herstelplannen brengt doeltreffendheid in gevaar  

Vertegenwoordigers van Europese lokale en regionale overheden hebben nog maar eens hun bezorgdheid geuit over het feit dat zij nauwelijks worden betrokken bij de uitvoering, verdere planning en evaluatie van de nationale herstel- en veerkrachtplannen. In een advies dat is opgesteld door Rob Jonkman (NL/ECR), wethouder van de gemeente Opsterland, benadrukt het Europees Comité van de Regio’s (CvdR) dat lokale en regionale overheden verantwoordelijk zijn voor meer dan de helft van de overheidsinvesteringen in de EU, en dat de doelstellingen van het 750 miljard EUR kostende herstelpakket “Next Generation EU” niet kunnen worden bereikt zonder hun betrokkenheid. Het advies werd woensdag goedgekeurd door de commissie Economisch Beleid (ECON) van het CvdR, na een debat met Maarten Verwey, directeur-generaal Economische en Financiële Zaken (ECFIN) van de Europese Commissie.

CvdR-rapporteur Rob Jonkman (NL/ECR) zei: “ Het economisch en sociaal herstel en de groene en digitale transitie hebben alleen kans van slagen als de lokale en regionale overheden rechtstreeks worden betrokken bij de voorbereiding en uitvoering van de nationale herstel- en veerkrachtplannen. De mate van betrokkenheid van steden en regio’s bij de voorbereiding van de nationale plannen verschilt sterk van lidstaat tot lidstaat. Er is dan ook behoefte aan een grotere inbreng en structurele betrokkenheid van lokale en regionale overheden in de lidstaten; alleen op die manier kunnen de nationale plannen met succes ten uitvoer worden gelegd.

Concreet wordt de Europese Commissie in het CvdR-advies verzocht om de rol van de lokale en regionale overheden bij de uitvoering, verdere planning en evaluatie van de herstelplannen duidelijk te omschrijven in de overeenkomsten met de lidstaten. Het Comité waarschuwt dat een al te centralistische aanpak ertoe leidt dat territoriale verschillen over het hoofd worden gezien, waardoor regio’s die al voor de uitbraak van de pandemie in hun ontwikkeling achterliepen, het risico lopen op een nog grotere ontwikkelingsachterstand te worden gezet. Ook wordt in het advies benadrukt dat de coördinatie tussen de nationale herstelplannen en de financiering in het kader van het cohesiebeleid en andere EU-programma’s moet worden verbeterd. Op lange termijn moet worden gestreefd naar een grondige hervorming van het Europees Semester, en er moet een gedragscode komen voor de betrokkenheid van lokale en regionale overheden.

Maarten Verwey , directeur-generaal van ECFIN, legde uit dat de faciliteit voor herstel en veerkracht ten doel heeft de economische en sociale gevolgen van de COVID-19-pandemie te helpen verlichten en de Europese economieën duurzamer en veerkrachtiger te maken en beter voor te bereiden op de uitdagingen en mogelijkheden van de groene en de digitale transitie. In dat verband wees hij op de brede waaier aan mogelijkheden die de faciliteit te bieden heeft aan lokale gemeenschappen, en benadrukte hij dat de Europese Commissie de lidstaten aanmoedigt om de betrokkenheid van de lokale en regionale overheden te vergroten.

Het advies van rapporteur Jonkman bouwt voort op de discussies tijdens het eerste forum op hoog niveau over regionaal herstel en veerkracht , dat vorige week in Lipica (Slovenië) werd georganiseerd door het Europees Comité van de Regio’s en het Sloveense voorzitterschap van de Raad van de EU. De deelnemers benadrukten dat er nu snel herstelinvesteringen ter plaatse moeten worden gedaan en dat vertragingen en overlappingen tussen EU-beleidsmaatregelen moeten worden voorkomen. EU-commissaris voor Economie Paolo Gentiloni onderstreepte tijdens het forum “ het constructieve engagement van het CvdR bij het vormgeven van de definitieve opzet van de faciliteit voor herstel en veerkracht ” en het cruciale belang van een sterk partnerschap tussen de verschillende bestuursniveaus in de komende fase. Lokale en regionale overheden zullen van cruciaal belang zijn om de nationale herstelplannen te realiseren en wij zullen de lidstaten blijven aanmoedigen om hen er daadwerkelijk bij te betrekken ”, zo sprak hij.

Het Comité heeft een eerste evaluatie van de voorbereiding van de nationale herstelplannen gemaakt en zal zijn bevindingen over de impact van de pandemie op regionale en lokale gemeenschappen presenteren in de jaarlijkse lokale en regionale barometer van de EU voor 2021, die op 12 oktober zal worden voorgesteld tijdens de 19 e Europese Week van regio’s en steden .

De leden van de commissie ECON keurden tijdens de vergadering van woensdag ook nog twee andere adviezen goed. Deze zullen samen met het advies van rapporteur Jonkman worden behandeld tijdens de plenaire zitting van het CvdR van 1 t/m 3 december:

Actualisering van de nieuwe industriestrategie van 2020 : in dit advies van Jeannette Baljeu (NL/Renew Europe), gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland, wordt de nadruk gelegd op de noodzaak van een inclusieve industriestrategie die de groene en digitale transitie ondersteunt, waarde creëert in alle Europese regio’s en de regionale ecosysteembenadering versterkt.

Verslag van de Europese Commissie over het mededingingsbeleid 2020 : in dit advies van Tadeusz Truskolaski (PL/EA), burgemeester van Białystok, wordt onderstreept dat het waarborgen van een gelijk speelveld een voorwaarde is voor een goed functionerende interne markt en dat alleen ondernemingen die directe financiële gevolgen van de pandemie ondervinden, coronasteun zouden moeten krijgen.

Contactpersoon:

Lauri Ouvinen

Tel. +32 473536887

lauri.ouvinen@cor.europa.eu

Delen :