Klik hier voor een automatische vertaling van onderstaande tekst.
Gezamenlijke enquête van CvdR en OESO waarschuwt: ‎ de pandemie bedreigt de gemeentelijke en regionale financiën in Europa  

86 % van de steden en regio’s verwacht stijgende uitgaven,
terwijl 90 % vreest dat de inkomstendaling de overheidsinvesteringen in gevaar zal brengen

De COVID-19-crisis heeft grote gevolgen voor regio’s en steden in Europa. Volgens een gezamenlijke CvdR-OESO-enquête die vandaag tijdens de vergadering van de commissie ECON van het CvdR is gepresenteerd, verwachten de meeste lokale en regionale overheden dat hun financiën sterk beïnvloed zullen worden door de sociaal-economische crisis. Op de korte en middellange termijn vrezen zij voor een “schaareffect” van stijgende uitgaven en dalende inkomsten, wat ten koste zou kunnen gaan van hun investeringsvermogen. Regio’s en steden lopen voorop bij de aanpak van de pandemie en de sociaal-economische gevolgen ervan.

De COVID-19-pandemie is een gezondheidscrisis en een menselijke tragedie, maar heeft ook voor de lokale en regionale overheden ingrijpende consequenties. Om hierin meer inzicht te krijgen hebben het Europees Comité van de Regio’s (CvdR) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) in juni en juli 2020 een online-enquête gehouden over De impact van COVID-19 op regionale en lokale overheden . De resultaten ervan werden vandaag gepresenteerd tijdens de vergadering van de commissie Economisch Beleid (ECON) van het CvdR, waaraan werd deelgenomen door Dorothée Allain-Dupré, hoofd van de afdeling Decentralisatie, Subnationale Financiën en Overheidsinvesteringen van de OESO.

Uit de enquête blijkt eens te meer dat de COVID-19-crisis de regio’s en steden in de Europese Unie zwaar treft. 63 % van de respondenten spreekt van grote of zeer grote gevolgen. Voor bijna de helft (46 %) van de lokale en regionale overheden is de voornaamste uitdaging bij de omgang met de crisis het gebrek aan technische middelen en uitrusting, terwijl 39 % op het gebrek aan financiële middelen wijst. Op het moment van de enquête vond slechts ongeveer de helft van de respondenten dat er voldoende coördinatie was op lokaal en regionaal niveau of met de nationale regering.

Enkele belangrijke bevindingen van de enquête zijn verwerkt in de eerste EU-brede Jaarlijkse regionale en lokale barometer van de EU , die door CvdR-voorzitter Apostolos Tzitzikostas op 12 oktober tijdens de 18e Europese Week van regio’s en steden is gepresenteerd.

Michael Murphy (IE/EVP), voorzitter van de commissie ECON en lid van de graafschapsraad van Tipperary, zei: “Het is een goede zaak dat de uitkomsten van de gezamenlijke enquête van het CvdR en de OESO al bekend zijn. Ze komen van pas nu er weloverwogen keuzes moeten worden gemaakt voor beleidsmaatregelen die lokale en regionale overheden helpen om de gevolgen van de pandemie voor hun financiën aan te pakken. Wij staan in de frontlinie bij het bestrijden van de effecten van deze ongekende crisis, met als gevolg dat veel lokale en regionale overheden onder extreme financiële druk zijn komen te staan. Alle bestuursniveaus moeten nu samenwerken om ervoor te zorgen dat er vlot een duurzaam herstel optreedt waarbij niemand achterblijft.”

Lamia Kamal-Chaoui , directeur van het Centrum voor ondernemerschap, kleine en middelgrote ondernemingen, regio’s en steden van de OESO, zei: “Lokale en regionale overheden spelen een voortrekkersrol bij de aanpak van deze crisis en voelen nu heel sterk de financiële gevolgen van hun enorme inspanningen. Zij kunnen deze strijd niet volhouden zonder samenhangende visie en erkennen allemaal (90 %) dat coördinatie van de crisisbestrijding op alle bestuursniveaus van het grootste belang is voor een succesvolle exitstrategie. Overheden moeten er in onderling overleg voor ijveren om de zaken doeltreffend te coördineren en een zinvol beleid te voeren dat gemeenten en regio’s helpt om weerbaarder en duurzamer uit de crisis te komen.”

De crisis treft de inkomsten van subnationale overheden, met een gevaarlijk “schaareffect” van stijgende uitgaven en dalende inkomsten. 86 % van de regio’s en steden verwacht een hoog of vrij hoog negatief effect op hun uitgaven, met name op het gebied van sociale dienstverlening (64 %) en sociale uitkeringen (59 %). Tegelijkertijd gaat 90 % uit van een daling van de inkomsten. De crisis zal naar verwachting vooral de belastinginkomsten beïnvloeden: 83 % van de respondenten voorziet een grote of matige daling.

Ten tijde van de enquête was ongeveer 24 % van de subnationale overheden voornemens nieuwe leningen aan te vragen om de crisis het hoofd te bieden. 13 % van de respondenten had al extra EU-middelen aangevraagd en 49 % was van plan dit te doen.

Volgens de enquête maakt de COVID-19-crisis het wellicht nodig om in het regionale-ontwikkelingsbeleid andere prioriteiten te stellen. Zo vragen lokale en regionale overheden om meer aandacht voor betaalbare, toegankelijke en hoogwaardige basisdiensten waaronder gezondheidszorg in alle regio’s (76 %), voor regionale weerbaarheid (69 %) en verkleining van de digitale kloof tussen regio’s (68 %).

Tijdens de vergadering van vandaag hebben de leden van de commissie ECON ook een eerste bespreking gehouden van het ontwerpadvies Actieplan kritieke grondstoffen , opgesteld door Isolde Ries (DE/PSE) , eerste vicevoorzitter van het parlement van de deelstaat Saarland, en hebben ze hun goedkeuring gehecht aan het ontwerpadvies over de Evaluatie van het handelsbeleid , opgesteld door Willy Borsus (BE/Renew Europe) , viceminister-president en minister van Economie en Handel van Wallonië.

“XXX”, zei rapporteur Borsus. De goedkeuring van het advies staat gepland voor de plenaire zitting van het CvdR van 3 en 4 februari 2021.

Achtergrond:

De gezamenlijke online-enquête van CvdR en OESO is gehouden in juni en juli 2020. Er zijn 300 reacties ontvangen van vertegenwoordigers van regionale, intermediaire en gemeentelijke overheden uit 24 lidstaten van de Europese Unie (als ook belanghebbenden uit het bedrijfsleven, academische kringen, ngo’s enz. worden meegeteld, waren er in totaal 480 respondenten). De meeste antwoorden kwamen van gemeenten (59 %) of regio’s (26 %). Grofweg 18 % kwam uit Spanje, 15 % uit Italië, 6 % uit Slowakije en 6 % uit Polen. Er zijn geen reacties ontvangen van lokale en regionale overheden uit Denemarken, Ierland en Luxemburg.

Een korte nota met een overzicht van de belangrijkste bevindingen kan hier in alle EU-talen worden gelezen.

De volledige resultaten zijn hier [link] in te vinden in een meer gedetailleerde beleidsnota van de OESO.

De eerste regionale en lokale barometer van de EU kan hier worden geraadpleegd.
De voornaamste bevindingen zijn samengevoegd in een korte teaser . Gegevens over de regionale economische impact vindt u hier .

Contactpersoon:

Matteo Miglietta

Tel. +32 470 895 382

matteo.miglietta@cor.europa.eu

Journalisten kunnen met vragen over de gezamenlijke enquête van CvdR en OESO terecht bij:

Alexandra Taylor

Tel.+33145248570

alexandra.taylor@oecd.org

Delen :