In dit interview beantwoordt Guillaume Cros (FR/Groenen) , rapporteur voor een ontwerpadvies over agro-ecologie, dat op 3 februari 2021 tijdens de zitting van het Europees Comité van de Regio’s zal worden goedgekeurd, vier vragen over deze sociaal-ecologische benadering waarmee de landbouw niet langer ten koste gaat van de natuur, maar in de natuur wordt ingepast. Met het oog op het toekomstige gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) pleit de vicevoorzitter van de regioraad van Occitanie / Pyrénées-Méditerranée er onder meer voor om op Europees niveau gekwantificeerde en bindende milieudoelstellingen voor de lidstaten vast te stellen en om minimaal 30 % van de nationale betalingskredieten te besteden aan ecoregelingen.
De COVID-19-pandemie heeft de zwakke punten van ons geglobaliseerde landbouw- en voedselsysteem aan het licht gebracht en aangetoond hoe belangrijk een zekere voedselvoorziening is. Uit een studie van het Amerikaanse Ministerie van Landbouw in het najaar is echter gebleken dat de landbouwproductie in de EU fors zal afnemen als de “ van boer tot bord ”-strategie wordt uitgevoerd. Gaan we honger lijden door agro-ecologie?
Voedselzekerheid wordt weliswaar vaak gebruikt als argument tegen agro-ecologie, maar uit recent onderzoek van het IDDRI (Instituut voor duurzame ontwikkeling en internationale betrekkingen) blijkt dat het mogelijk is om in 2050 de hele Europese bevolking te voeden indien de landbouw geleidelijk overstapt op een agro-ecologische benadering waarbij veeteelt, gewassenteelt en bosbouw worden geïntegreerd, met als doel de CO 2 -uitstoot tot nul te reduceren. Wat het mondiale niveau betreft, blijkt ook uit een rapport van de VN van maart 2011 dat kleine boeren de voedselproductie in kwetsbare gebieden in slechts tien jaar zouden kunnen verdubbelen als zij ecologische productiemethoden zouden toepassen. Nu de COVID-19-crisis de zwakke punten van ons geglobaliseerde landbouw- en voedselsysteem aan het licht heeft gebracht, moet agro-ecologie, die gepaard gaat met de ontwikkeling van “plaatselijke voedselsystemen”, Europa in staat stellen zijn voedselvoorziening op korte en lange termijn veilig te stellen door onze productiefactoren – bodem, watervoorraden en biodiversiteit – in stand te houden.
De voorstellen van de Europese Commissie, het Parlement en de Raad voor het toekomstige gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) worden sterk bekritiseerd omdat ze niet stroken met de doelstellingen van de Green Deal en de “ van boer tot bord ”-strategie. Hoe moet de toekomst van het GLB, die momenteel wordt besproken, er volgens u uitzien, om de rentabiliteit van de landbouwbedrijven te verzoenen met de klimaat- en milieudoelstellingen van de EU?
Met haar klimaatdoelstellingen, de Green Deal, de “van boer tot bord”-strategie en de biodiversiteitsstrategie heeft de Europese Unie milieu- en klimaatdoelstellingen vastgesteld die heel andere landbouwproductie- en voedselsystemen vergen. Agro-ecologie sluit aan bij deze doelstellingen en levert landbouwbedrijven ook een betere rentabiliteit op (zoals blijkt uit de analysenota die de Franse regering in augustus 2020 over de economische en milieuprestaties van agro-ecologie heeft gepubliceerd ).
Het toekomstige GLB, waar momenteel over wordt onderhandeld, moet deze noodzakelijke overschakeling van landbouw op agro-ecologie dan ook ondersteunen. Ik beveel daarom aan dat er meetbare en dwingende Europese milieudoelstellingen voor de lidstaten worden vastgelegd in de verordening inzake nationale strategische plannen, dat minimaal 30 % van de nationale betalingskredieten wordt besteed aan ecoregelingen en dat steun voor investeringen in landbouwbedrijven aan een milieu-audit wordt onderworpen. Naast deze wettelijke verplichtingen zouden de regionale betrokkenen methodologische ondersteuning moeten krijgen, opdat bij de uitvoering van de verschillende vrijwillige maatregelen van het GLB een grotere plaats voor agro-ecologie wordt ingeruimd.
Het Europees Comité van de Regio’s acht het van essentieel belang dat de landbouw in alle regio's in stand wordt gehouden om een levende plattelandsgemeenschap te behouden en de territoriale samenhang te bevorderen. Hoe kan agro-ecologie hierbij helpen?
Met de opkomst van agro-ecologie gaan mensen meer lokale producten eten, iets dat ieder gebied ten goede komt. Daarom zou de belasting over de toegevoegde waarde (btw) op biologische, lokale en seizoensgebonden producten verlaagd moeten worden, zouden er lokale maaltijdcheques voor deze producten moeten komen en zouden grootkeukens een significant percentage biologische, lokale en seizoensgebonden producten moeten gebruiken. Deze maatregelen zijn bevorderlijk voor de ontwikkeling van agro-ecologische bedrijven en de kleinschalige ambachtelijke verwerking in alle gebieden, en daarmee ook voor de werkgelegenheid op het platteland. Bovendien vergt agro-ecologie minder kapitaal (mechanisering, inputs, grond, enz.) en gaat daarmee de verdwijning van de boerenlandbouw tegen in landen waar deze nog steeds een belangrijke plaats inneemt. Dankzij agro-ecologie zouden alle EU-lidstaten een impuls kunnen geven aan een landbouw en een plattelandsleven met positieve sociale en milieueffecten.
In uw advies zegt u meermalen dat agro-ecologie is gebaseerd op kleine en middelgrote landbouwbedrijven. Waarom zouden grote landbouwbedrijven geen agro-ecologie kunnen gaan beoefenen?
Agro-ecologie heeft niet alleen een technisch-agronomische dimensie, maar ook een sociale en territoriale dimensie. In gebieden met grote landbouwbedrijven, die dankzij de onbeperkte GLB-steun enorm zijn gegroeid, is niet alleen de biodiversiteit verdwenen, maar ook de sociale structuur, omdat er geen werk en geen publieke dienstverlening meer is. Dit is goed te zien in regio's waar grote akkerbouwbedrijven de overhand hebben. Agro-ecologie wordt gekenmerkt door kleine en middelgrote landbouwbedrijven, gediversifieerde gewassen en middelgrote percelen. In de “van boer tot bord"-strategie en de biodiversiteitsstrategie draait het niet meer om schaalvoordelen, die gekoppeld zijn aan de vervanging van arbeid door aardolie en chemische middelen en aan GLB-subsidies die grootschaligere productie in de hand werken.
Achtergrond:
Guillaume Cros is tevens rapporteur voor twee adviezen van het Europees Comité van de Regio’s over het gemeenschappelijk landbouwbeleid:
Hervorming van het GLB , goedgekeurd in december 2018.
Het GLB na 2020 , goedgekeurd in juli 2017.
Contactadres voor de pers:
pressecdr@cor.europa.eu