Europa heeft sterke regio’s nodig die hun ecosystemen voor onderzoek en innovatie ondersteunen en die reële impact hebben in een geglobaliseerde wereld. Commissaris Carlos Moedas sprak vandaag tijdens de zitting van het Europees Comité van de Regio’s (CvdR) en onderschreef de oproep van de Europese steden en regio’s tot een meer multidisciplinair, inclusief, open en coöperatief onderzoeks- en innovatiebeleid (O&I).

Het Europees Comité van de Regio’s heeft vandaag zijn formele standpunt over de tussentijdse evaluatie van het programma Horizon 2020 goedgekeurd op basis van een advies van Christophe Clergeau (FR/PSE), lid van de regioraad van Pays-de-la-Loire. Leden van het Comité waren ingenomen met het verslag dat onlangs is opgesteld door de Groep op hoog niveau inzake het optimaal benutten van de R&I-programma’s van de EU, dat het hefboomeffect van R&I-financiering benadrukt op de groei en de werkgelegenheid, alsook op de rol van steden en regio’s als laboratoria voor het testen van nieuwe ideeën en concepten.

Carlos Moedas , commissaris voor Onderzoek, wetenschap en innovatie, zei: "Wij willen de mogelijkheden verbeteren om verschillende vormen van EU-financiering te combineren voor de opbouw van regionale infrastructuur voor onderzoek en innovatie, zodat regio’s zich kunnen specialiseren in wat zij het beste kunnen en Europese en mondiale leiders worden. Op dit gebied is al veel werk verzet. De regio’s hebben ruim 120 slimmespecialisatiestrategieën en prioriteiten voor onderzoek en innovatie uitgewerkt die tussen 2014 en 2020 met meer dan 40 miljard euro uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling worden ondersteund. Het combineren van Horizon 2020 en financiering uit het Cohesiefonds blijft echter ingewikkeld en moet worden vereenvoudigd. U weet wat er leeft onder de burgers in elk van uw regio’s. We hebben uw kennis en praktische ervaring nodig bij het ontwerpen van de volgende programma’s.”

Verwijzend naar het succes van Horizon 2020 tot nu toe, gelet op de concrete resultaten, zei CvdR-voorzitter Markku Markkula : "Regionale onderzoeks- en innovatie-ecosystemen zijn voorwaarden voor het uitvinden en bouwen van een betere toekomst voor de Europese burgers. Voor het Europa dat wij willen bouwen, moeten we maatschappelijke problemen op elk niveau aanpakken: Europees, nationaal, regionaal en lokaal. Daarom staat CvdR vierkant achter het idee van steden en regio’s als innovatiecentra van verandering, waar nieuwe ideeën en concepten kunnen worden getest. Maar we zijn ook vastbesloten om dit naar een hoger niveau te tillen door ervoor te zorgen dat innovatieve projecten in heel Europa kunnen worden opgeschaald.”

Het advies van het Europees Comité van de Regio’s, dat de voltallige vergadering op woensdag unaniem heeft goedgekeurd, onderschrijft voor een groot deel de belangrijkste conclusies van het verslag van de groep op hoog niveau, ook het idee dat structuurfondsen kunnen bijdragen aan de opbouw van een mondiaal concurrerender Europa op grond van een groter O&I-vermogen in alle regio’s, en met name in de achterblijvende regio's. Het advies is echter gekant tegen overdracht van financiële middelen van het cohesiebeleid naar maatregelen uit hoofde van het kaderprogramma. In plaats daarvan wordt gepleit voor maatregelen om de O&I-systemen te versterken, rekening houdend met de context van elk land en elke regio, om de Europa 2020-doelstelling te bereiken: 3% van het bbp besteden aan openbare en particuliere O&I.

„Onderzoek en innovatie moeten stevig verankerd zijn in alle steden en regio’s en moeten daarom een grotere prioriteit worden in al het EU-beleid, ook in het cohesiebeleid. Het is van cruciaal belang om de synergie tussen de verschillende beleidsgebieden te verbeteren en de samenstelling van O&I-programma’s met de regio’s en steden uit te breiden en meer rekening te houden met de regionale innovatie-ecosystemen. Verder is het van belang alle vormen van uitmuntendheid te erkennen, ook de niet-technologische en sociale innovatie, die tegemoet kunnen komen aan maatschappelijke behoeften en de levenskwaliteit van de burgers kunnen verbeteren", aldus rapporteur Christophe Clergeau.

Andere belangrijke voorstellen uit het CvdR-advies zijn:

• Optrekken van de totale begrotingsmiddelen van de EU voor O&I en flinke opvoering van het budget voor het kaderprogramma om ten minste de huidige groeidynamiek van dat programma te behouden, hetgeen volgens de groep op hoog niveau zou leiden tot een 7-jaren budget van ten minste 120 miljard in lopende prijzen

• Bevordering van uitmuntendheid in steden en regio’s, via strategieën voor slimme specialisatie en betere coördinatie van de regionale en Europese investeringen in structurele projecten in verband met slimme specialisatie

• Versoepeling van de regelgeving voor testactiviteiten en vereenvoudiging van de regels voor innoverende openbare aanbestedingen

• Meer steun voor opkomende industrieën en voor interregionale netwerken van uitmuntendheid; versterking van regionale innovatiehubs en ecosystemen via een nieuwe actie, "territoriale verbindingen" om regionale topnetwerken te erkennen en te financieren, naar het voorbeeld van het Vanguard-initiatief

• Vijf operationele beginselen voor de EU, de lidstaten en lokale en regionale overheden op basis van synergie: samenhang, verenigbaarheid, complementariteit, co-constructie en ecosystemen

• De Europese Innovatieraad oprichten met inbreng van lokale en regionale overheden.

Contactpersoon:

Lauri Ouvinen

Tel.: +32 22822063

lauri.ouvinen@cor.europa.eu